zaterdag 10 december 2011

Amsterdam

Op Villa des Roses las ik dit logje over de NS-bingo. In voor een spelletje ben ik altijd en een retourtje Weert-Amsterdam moet een aardige score kunnen opleveren, dus ik print een velletje en loop naar het station. Meteen op het perron kom ik in een onvoorziene situatie terecht. Het omroepbericht klinkt ongeveer als volgt: “Vanwege de verwachte drukte door een groot evenement in Maastricht zal de intercity naar Heerlen en Maastricht vandaag niet splitsen in Sittard en in zijn geheel doorrijden naar Maastricht.” Wat nu? Een trein die, omdat er drukte op een bepaald station is voorspeld, gewoon niet naar een ander station rijdt. Dat staat niet op de kaart! Gelukkig zijn er aangekondigde werkzaamheden tussen Boxtel en ’s-Hertogenbosch, waardoor we toch nog een stuk per bus af mogen leggen en één vakje mogen afstrepen. Meteen een achterstand in het spel!

Op het station van Eindhoven voegt oud-collega X zich bij me. Afscheid nemen gaat altijd gepaard met de belofte regelmatig te blijven afspreken, terwijl je op dat moment doorgaans al lang weet dat dat er niet van gaat komen door drukte en nieuwe mensen. Nu zijn X en ik zielsverwanten, onder andere omdat we een hekel hebben aan dergelijke woorden, dus ben ik erg blij dat wij nu alweer voor de vierde keer iets samen ondernemen, sinds haar vertrek afgelopen juli. Vandaag staat een bezoekje aan het Rijksmuseum op het programma.

In Amsterdam worden we meteen geconfronteerd met datgene waarin de kern ligt verborgen van onze zielsverwantschap: onze hartgrondige afkeer van alles wat met religie te maken heeft. Op het Centraal Station staat een illuster duo: de Man met het Houten Kruis in zijn handen (van wie je op dat moment ook nog kunt denken dat hij tot een andere groepering behoort) en de Man met de Gitaar die enge jezusliedjes zingt. Als we ze passeren, draaien ze, als op commando, een kwartslag en beginnen ze ons te volgen. Buiten voegt een Surinaamse Vrouw met Dito Tongval zich bij hen om te roepen dat Jezus van ons houdt. TOT AAN DE DAM blijven ze ons volgen. En het ergste is nog niet eens dat ze voortdurend in onze oren tetteren, maar dat mensen zouden kunnen denken dat we hierbij horen! We maken er korte metten mee door een winkeltje in te vluchten met een ingang die zo smal is dat in elk geval de Man met de Gitaar er niet doorheen kan.

In verre buitenlanden vallen Nederlandse toeristen altijd meteen op door hun klepperende slippertjes en het feit dat ze óveral vooraan moeten staan en de beste plaatsen moeten hebben. Maar goed: Amsterdam! Ook hier vallen de toeristen metéén op. Het is niet eens zo koud, maar alle buitenlanders dragen een muts. Vandaag barst het van de Fransen in onze hoofdstad, allemaal met wollen flappen tot ver over de oren. De enige Française die daar niet aan meedoet, is volgens mij X.

Na een eenvoudige lunch bij Haesje Claes en wat bezoekjes aan boekhandels die me niet kunnen helpen aan het boek Superlul, sluiten we aan in de rij voor het Rijksmuseum. Dat wordt inmiddels alweer geruime tijd gerenoveerd (wat hierna ook zeker nog een jaar zal duren), zodat we maar een beperkt gedeelte van de collectie kunnen zien. Natuurlijk vinden X en ik dezelfde schilderijen mooi, waardoor ons bezoek zeer effectief is: nergens hoeven we op elkaar te wachten. Er is dus nog tijd voor Starbucks voor we huiswaarts zullen keren!

En dat valt vies tegen. In buitenlandse grote steden word je doodgegooid met Starbucksen, maar in Amsterdam kunnen we er niet één vinden, waardoor we uiteindelijk belanden in bruincafé ’t Centrum. ‘Heeft u al een keuze kunnen maken?’ ‘Nee, we willen graag de kaart eerst zien.’ We trekken onze jassen uit. ‘Heeft u al een keuze kunnen maken?’ ‘Nee, we willen graag de kaart eerst zien.’ We gaan zitten. ‘Heeft u al een keuze kunnen maken?’ ‘Nee, we willen graag de kaart eerst zien.’ We pakken de kaart erbij en proberen dingen te bestellen die er niet opstaan. Bij de vierde vraag om onze keuze zijn we eigenlijk nog steeds niet klaar om te bestellen, maar ze willen ons duidelijk zo snel weer weghebben voor volgende klanten, dat we maar om tomatensap vragen. Helaas hebben ze dat gewoon. Langer dan nodig is, blijven we zitten, waarna we teruglopen naar het station. Maar wat schetst daar onze verbazing? STARBUCKS!

Onze trein vertrekt pas over twintig minuten, dus gaan we toch nog voor de frambozen-witte-chocoladekwarktaart met caramelkoffie (we hebben immers de hele dag gelopen…). Graag wil ik mijn medeleven betuigen aan het personeel van deze Starbucks, dat de hele dag is blootgesteld aan de Man met de Baard, die iets te extravert zijn klanten van koffie voorziet. Plezier in je werk hebben is leuk, maar zingend rare vragen stellen om je klanten te generen, zelfs weerloze kleine Japanse vrouwmensjes, om de stemming er maar in te houden wordt erg irritant. Om me heen hoor ik dan ook veel geklaag daarover. De cheesecake smaakt er niet minder om!

Op de terugweg gaat alles zoals het hoort. Op zich is dat natuurlijk prettig, maar de NS-bingo zal ik zo natuurlijk nooit winnen. Omdat ik nooit met de trein reis, geef ik me dan ook bij dezen gewonnen. Dat ik een dag later bijna vergast zou worden, zou ik hier graag willen beschrijven, maar beter dan HIER kan ik het niet uitleggen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten