donderdag 26 april 2012

De overeenkomst tussen reizen buiten Europa en een auto kopen

Reizen heeft in mijn ogen twee grote nadelen. Een daarvan is de zon. In de meeste landen is het warmer dan in Nederland en dáár vind ik het in de zomer vaak al niet te harden en de meeste landen waar de temperatuur lager is dan hier heb ik al gehad of zijn, zoals mijn grootste reisdroom Antarctica, financieel onbereikbaar.

Dat andere grote nadeel wilde ik nu eens een beetje gaan uitdiepen. Je ontkomt er alleen aan als je binnen Europa reist, maar dat heb je op een gegeven moment wel gezien. Dan vertrek je naar verdere bestemmingen, waar, met name in Azië en Noord-Afrika, het gevaar bij elke winkel en handelaar op de loer ligt: je moet gaan pingelen.

Je staat op een markt. Nergens staan prijzen. Je moet dus vragen hoeveel ervoor neergeteld moet worden. Meestal gaat het om bedragen waarvoor ik het nog zou kopen als ze het dubbele zouden vragen. Als je dat geld echter meteen neerlegt, dan zijn er twee mogelijkheden: de verkoper lacht je achter je rug om uit omdat hij je een poot heeft uitgedraaid en hij 800% winst heeft gemaakt. De andere mogelijkheid is dat ze kwaad worden. Ze zijn beledigd omdat je hun culturele spelletje niet meespeelt. Nog erger is het als er een betweterige toerist (lees: een Nederlander) in je nek staat te hijgen dat je de markt staat te verzieken als je gewoon betaalt wat ze vragen.

Ik parkeer dit onderwerp even hier. Eerst moet ik vertellen dat ik toe ben aan een nieuwe auto. En na al dat garagegemekker met die oude auto’s wil ik een nieuwe. Een nieuwe nieuwe. En ik heb ook al precies op een rijtje wat ik wil: een Suzuki Alto, 8000 euro in twee keer betalen, geen wegenbelasting en op papier 1 op 23.

Toen ik laatst in Bobbejaanland was, zat ik met wat collega’s over auto’s te praten. Een oninteressant gesprek dus, want auto’s zijn nou niet bepaald een noemenswaardig onderwerp. Tot collega T begint over afdingen, verschillende garages tegen elkaar uitspelen en meteen zakt de moed me in de schoenen. Moet ik dat voor een auto nu ook al gaan doen? Dat zie ik al helemaal niet zitten! Als ergens een prijs op staat waar ik het mee eens ben, dan betaal ik die, zonder verder onderhandelgezeik. Ik probeer me er nog vanaf te maken door te zeggen dat mijn vader meegaat en dat hij daar vast beter in is. En dat hij misschien ook geïnteresseerd is in zo’n auto. “O, maar dan kan hij er twee verkopen! Dan sta je helemaal sterk in de onderhandelingen!”

Ik zie het al helemaal voor me. Zo’n glad type dat ontvangt met koffie en wegstuurt met een notitieblokje met het bedrijfslogo erop. Die me ‘er nog wel even een radiootje in bouwt’. Die spelletjes met mij gaat spelen en over inruilwaarde wil onderhandelen. Zo’n vent van wie collega R vandaag terecht zei dat hij daar een heel kleine slappe piemel van krijg. Een term die ik graag als zelf verzonnen zou claimen, maar: ere wie ere toekomt!

En nu zie ik dus op tegen morgen, omdat ik een auto ga kopen. Een auto waarvan op de website staat dat hij slechts 3999 euro kost. Wat dan een eerste aanbetaaltermijn blijkt te zijn, in plaats van de daadwerkelijke verkoopprijs. En waarvoor ik vervolgens nog 500 euro moet betalen om er matjes in te laten leggen en hem met benzine erin te laten afleveren. Ik laat nog wel eens weten hoe het af is gelopen. Als ik het overleef.

1 opmerking:

  1. Het bezoek zit erop. Het onderhandelgebeuren viel mee, maar het blijven toch een soort patsertjes hoor, die autoverkopers...
    Verkoper 1: Waarom moeten we die bestellen bij een andere dealer?
    Verkoper 2: Omdat wij er geen meer in huis hebben.
    Verkoper 1: Waarom hebben wij er geen meer in huis?
    Verkoper 2: Omdat we er daar de laatste tijd zo ongelooflijk veel van verkocht hebben...

    Alsof verkoper 1 dat niet weet...

    BeantwoordenVerwijderen