woensdag 16 mei 2012

Koning Arthur

Onze succesvolle schooltoneelvoorstelling De wijze kater is nog maar net achter de rug of de première van het volgende stuk dient zich alweer aan! Afgelopen zondag hebben we de laatste hand gelegd aan de nieuwe muziektheaterproductie van Stichting Muziektheater Nessarose: Arthur.

Tijdens zo'n volledige dag werken voorafgaand aan de generale repetitie, kom je erachter dat het eigenlijk allemaal goed in elkaar steekt, maar dat de rekwisieten hier en daar nog al eens ontbreken. We hebben inmiddels stápels zwaarden, maar als iemand de graal komt showen, zien we geen gouden schaal, maar twee vlakke handen. Laat staan de vaandelzwaaier die met lege handen staat te wapperen.

Eén generale en één technische repetitie zijn we nog verwijderd van een nieuwe prachtvoorstelling van Nessarose. Ik zit nu in een pauze op mijn werk te schrijven, dus geen uitgebreid verhaal deze keer, maar gewoon ordinaire reclame voor een voorstelling, waar ik graag volle zalen voor zie, niet alleen omdat ik erin meespeel, maar ook omdat ik een groot deel van de liedteksten heb geschreven. Daarnaast is Nessarose gewoon een buitengewoon sympathieke stichting die het verdient om volle zalen te trekken!

Kaarten bestellen doe je HIER en HIER!

zondag 6 mei 2012

Boedapest: stad van de rare oma´s

Ik zit nu op het vliegveld van Boedapest en zit te denken over de zaken die de stad dusdanig kenmerken dat ze interessant genoeg zijn om er een logje aan te wijden. En als ik daar zo over denk, schiet me eigenlijk maar één ding te binnen: Boedapest is de stad van de rare oma´s!

Zaterdag wandelden wij door het park op het Margaretha-Eiland, waarop een prachtige oude watertoren staat, beschermd door Unesco. Rondom de watertoren is een modern amfitheater met een restaurant gebouwd. We besluiten in het restaurant te eten, ondanks de wazige zoemzoem-wiewiew-Ad-Vissermuziek die er gedraaid wordt. Eigenlijk moeten we allebei naar het toilet. We zien dat toilet ook in de verte liggen. Het eerste probleem is dat er in dat onontcijferbare Hongaars boven staat wat dames en wat heren is. Dat probleem lost zich vanzelf op als we een Hongaarse man de rechterdeur zien nemen. Bij de linkerdeur zit echter een betaaloma. Betalen voor een wc is, zeker in een restaurant waar ik ook eet, tegen mijn principes, dus ik probeer ongezien de rechterdeur binnen te sneaken. Ik besef meteen dat betaaloma me heeft gezien, dus ik graai alvast naar mijn muntje van 100 HUF.

Het feit dat er hier een nieuwe alinea begint, geeft aan hoe lang het toiletbezoek duurde. Als ik moet betalen, zal ik namelijk mijn best doen alles te geven wat ik in me heb. Ik kom naar buiten, laat het schoteltje rinkelen met mijn muntje en loop terug naar ons tafeltje. Ik zie hoe betaaloma zich op haar stok omhoog hijst, om het muntje van het herenschoteltje te gaan innen. Meteen brengt ze dat muntje naar de man achter de bar en daarvoor in ruil ontvangt ze iets. Wat dat is weten we niet met zekerheid, maar onze gok is verdovende middelen, wat meteen ook die zweefmuziek verklaart in deze zaak.

Vanmorgen in de tram viel ons oog op werpster-oma. Buiten is het 31 graden. Iedereen loopt in zomerse kleding, maar werpster-oma plaart als een vrouwelijke Onkel X door de tram in een lange potloodventersregenjas. Ze werpt schichtige blikken door het voertuig. Ons vermoeden: in het linkerpand van haar jas hangen allemaal valse Rolexen. De rechterkant hangt vol met illegale werpsterren. Van tevoren schat ze haar publiek in en afhankelijk daarvan trekt ze de ene, dan wel de andere kant van haar koopwaar open.

Vanmiddag tijdens de lunch kwam het hoogtepunt: de vrouw die wij hebben omgedoopt tot de ´Voma´. Elise genoot van een goulashsoepje en ik had een fijn bordje spaghetti, toen midden op straat ineens een oma stil bleef staan, balancerend op haar wandelstok. Ze leek even onheilspellend te wankelen, waarna in een antiperistaltische beweging haar volledige maaginhoud via de heenweg op de straatstenen kletterde. En véél! Het leek wel alsof ze er, tegen haar principes in, voor had moeten betalen.

Wij genoten weer verder van onze eenvoudige doch smakelijke lunch. En dan heb ik nog niet eens iets verteld over de oma die rondfietste met een bos lente-uitjes uit haar rugzak.

Elise en Ruud zoeken een restaurant uit

Vrijdagavond half twaalf. We weten al dat we de volgende dag via het Parlementsgebouw het Margaretha-eiland, midden in de Donau, zullen gaan verkennen. De belangrijkste beslissing voor de zaterdag moet echter nog worden gemaakt. Waar gaan we morgen eten? Willekeurig door mijn reisgids bladerend, lees ik zo af en toe wat voor, waarbij de enige beperking is dat een maaltijd maximaal 4000 HUF kost.

Ruud: ´Goed bereide, stevige schotels, opgediend in een eenvoudige, aantrekkelijke sfeer. Het is informeel, relaxed en in trek bij de plaatselijke bevolking.´

Elise: ´Dat laatste is altijd goed natuurlijk. Deze onthouden we.´

Ruud: ´Sinds 1994 serveert dit restaurant, dat deel uitmaakt van een internationale keten, authentieke Indiase gerechten. Het eten is gewoonlijk mild, maar zeer smaakvol en de ingrediënten zijn vers en goed.'

Elise: 'Dat is op zich natuurlijk heel lekker, maar je zit niet in Hongarije om Indiaas te eten, toch?'

Ruud: 'Dit fastfoodrestaurant...'

Elise: 'Laat maar.'

Ruud: 'Nee wacht nou even! Het restaurant is vegetarisch, maar geen vlees betekent hier niet 'geen smaak'. Integendeel, sommige gerechten hier zijn heter dan veel mensen ooit hebben geproefd - pas dus op! Inclusief winkel met oosterse spulletjes en Krishna-literatuur en een meditatieruimte.

Elise: 'Doe effe normaal, man! Jeuj, Hare Krishna!'

Ruud: 'O, stop maar. Ik heb hier een restaurant en ik ga niet eens voorlezen wat ze hebben, ik ga je alleen zeggen hoe het heet. Het heet Marquis de Salade!'

We rollen een kwartier lachend over onze bedden. Soms stopt het, maar als we elkaar aankijken, gaat het gewoon weer door. De naam vind ik ook nog steeds te briljant voor woorden.

Vroeger, toen wij nog studeerden, gingen wij maandelijks naar de Efteling. Dat spraken wij niet af. We zagen elkaar in de kantine, waarbij één blik van verstandhouding voldoende was. De volgende ochtend troffen wij elkaar om negen uur op het Centraal Station van Nijmegen op perron drie. De trein naar Tilburg. En zo was het nu ook. Zonder verder nog zaken af te spreken vertrekken we naar dromenland. Zaterdag eten we bij Marquis de Salade.

zaterdag 5 mei 2012

De Donau stroomt hard

Voor het volgende verhaaltje heeft u enige voorkennis nodig. Kijk daarom eerst even dit filmpje van 2:25 tot 3:10. U ziet daar Erik Brey, van wie we de laatste tijd helaas maar weinig horen, maar van wie ik een groot liefhebber was in de hoogtijdagen van Purper en nog meer in de tijd van zijn solovoorstellingen. Hij maakte toen muzikaal cabaret, vergelijkbaar met Hans Liberg, maar in mijn ogen toch net van een wat hoger niveau.

In het zojuist genoemde stukje beschrijft hij het verbod op Sombre Dimanche in Boedapest in de jaren vijftig in verband met de stijging van het aantal zelfmoorden. In de versie die ik ken zei hij er nog het volgende achteraan:

Dan trokken die Hongaren de stad in met die muziek nog helemaal in zich en dan kwamen ze bij die bruggen en dan sprongen ze in de Donau. En die stroomt hard.

Dat die Donau hard stroomt, hebben we vanmiddag al gezien. Toen moest ik meteen al denken aan dit oude stukje cabaret. Meteen was daar ook het besluit om die avond in een echt Hongaars restaurant te eten, met dito zigeunermuzikanten, om te zien wat voor uitwerking die muziek op ons zou hebben.

Die avond gaan we naar Szeged Etterem, waar de sfeer er al lekker in zit. Extra voordeel van dit etablissement is dat het zeer dicht bij de Donau gesitueerd is, mochten we het niet meer trekken. We bestellen een flesje Hongaarse Sauvignon Blanc en enkele typisch Hongaarse gerechten. Vooraf neem ik met foie gras gevulde paddenstoelen (Yay! Foie gras is echt hot hier!) en als hoofdgerecht kies ik een speciale bouillabaisse van plaatselijke riviervis. Dat blijkt uiteindelijk een bak vocht, gevuld met graten en een prakje dat qua textuur én smaak lijkt op Whiskas. Hoe smerig dit ook mag klinken, het is heerlijk.

Tijdens ons diner dansen de zigeuners vrolijk door de zaak, met stokken op tafel slaand en met karaffen wijn op hun hoofd. De dansers worden begeleid door een razendstrak orkest, waarin de violen de boventoon voeren. Zolang de dansers bezig zijn, is het een feest. Als zij de vloer verlaten, draait de stemming van de muziek steeds meer de kant op van de in het filmpje bedoelde muziek. De tragische tonen brengen inderdaad vreemde gevoelens in je naar boven, zeker als je tegelijkertijd nog even twee minuten met dodenherdenking bezig bent.

We betalen en strompelen naar buiten. We hijsen ons naar de dichtstbijzijnde brug over de Donau. Een prachtige brug, maar dat zien we niet meer. We kijken naar beneden. In het licht van de brug lijkt het water van de rivier nog veel harder te stromen dan overdag.

Achter ons horen we een onverstaanbare kreet. Aangezien we er helemaal niks van kunnen maken, moet het wel Hongaars zijn. Op de brug zitten wat studenten met een kratje bier. Er wordt ons een biertje aangeboden en we staan meteen weer met beide benen op de grond.

De muziek mag weer gespeeld worden in Boedapest. De oplossing was eenvoudig: op elke brug zit de jeugd klaar om springers te weerhouden van hun daad. Nu is er alleen nog iemand nodig die ze leert dat ze dat misschien beter niet met Heineken kunnen doen...


vrijdag 4 mei 2012

Griekse restaurants

Binnenkomen in een Grieks restaurant is altijd hetzelfde: het is er altijd donkerder dan in een gewoon restaurant, de tafels zijn verdeeld over een soort nissen, overal zijn reliëfs gemaakt die eeuwenoude muren moeten verbeelden, op de achtergrond klinkt het opgewonden gejengel van iemand die razendsnel met zijn plectrum over een of ander inheems snaarinstrument rost en, last but nog least, overal staat semi-Griekse kitsch: vazen, beelden, edelstenen, potscherven, strijdwagens, je kunt het zo gek niet bedenken. Je waant je bijna echt in Griekenland. Een jaar of tien geleden dan. De laatste keer dat ik er was, trok dat luie volk schreeuwend in colonne over straat om te roepen dat ze meer geld moesten verdienen, terwijl ze alle instanties die daar enigszins voor zouden kunnen zorgen met molotov-cocktails bekogelden. Zij hebben daar alle tijd voor, ze gaan immers op hun 53e met pensioen. Maar goed, voor dit een politiek beladen verhaal gaat worden, snel terug naar de Griekse restaurants.

Als ik een leek zou zijn, zou ik erg terugschrikken van het hierboven beschreven verhaal. Al die kitsch en die takkemuziek! Maar niks is minder waar. Op momenten dat ik snel even uit eten wil zonder sterren, ga ik het liefste naar de Griek, juist DOOR die hele rare sfeer die daar hangt. En natuurlijk omdat de meeste schotels in een Grieks restaurant bestaan uit héél veel vlees.

Woensdagavond zat ik in het restaurant Pallas Athene in Apeldoorn. De sfeer was meteen onmiskenbaar die van een Grieks restaurant. We werden hartelijk begroet door een rondbuikige Griek, die ons vriendelijk naar onze tafel begeleidde en meteen de drankbestelling opnam. Op opmerkingen die wij maakten, reageerde hij zeer adrem met immer een grote grijns op zijn gezicht.

Elke tafel die eten krijgt (ik denk nu: ´Hee, een metonymia´... da´s beroepsdeformatie...) wordt begroet met een vrolijk ´Hoppa´. Steeds brengt hij de hele tafel tegelijk eten. Bij onze tafel is dat makkelijk, gezien wij maar met z´n tweeën zijn. Wat verderop zit een gezien van vijf, maar ook die vijf enorme borden komen ineens naar de tafel. De Griek jongleert er nog net niet mee. (Mijn gedachten zijn overigens nog steeds bij die metonymia, omdat ik nu besef dat dat ook nog eens een Grieks woord is!)

Een laatste belangrijk punt: het eten dat wij daar krijgen, is het allerlekkerste Griekse eten dat ik ooit heb gehad (op die ene moussaka na op een terras in Korinthe). Het vlees is bewerkt met een olie met een zeer krachtige smaak en de tzatziki bevat voldoende knoflook. En er is een saladebar! Ik hou van Grieken met een saladebar!

Kleinigheidjes blijf je houden: de traditionele ouzo was lauw. In ouzo horen wat mij betreft van die witte vriesvlekjes te hangen. Buiten dat: ben je in de buurt van Apeldoorn, ga dan zeker even langs bij dit fijne restaurant, midden in het centrum!

donderdag 3 mei 2012

Zomaar wat gesprekken in restaurants

Dinsdag at ik in een pizzeria-grillrestaurant in het Gelderse Beekbergen. Waardeloos personeel, lang wachten en bezoekers met gezichten met een uitdrukking als: nou, lekker uit eten met het gezin hoor, waarom zaten we hier ook alweer? Op zich de moeite waard om een heel logje over te schrijven, maar vandaag maak ik me er even makkelijk vanaf en schrijf ik alleen letterlijk wat ik hoorde.
Aan de tafel naast ons zitten een man en een vrouw. Het was zo´n onnatuurlijk samengesteld paar waarin de vrouw de broek aanheeft.

Vrouw: Mevrouw, zit er in de tonijnsalade alleen tonijn? (dat vind ik dus al hilarisch)
Serveerster: Nee mevrouw, de tonijnsalade is all in! (zei ze dat echt?)
Vrouw: Ok, dat lusten wij.

Het feit dat deze vrouw zo´n vreemde neus had dat u hem zich niet eens kunt voorstellen, maakt dit verhaal veel leuker, maar ja, daar heeft u niks aan.

Erger was het maandagavond. Toen zaten we bij Sushi Tokio in Weert. Wél een heel goede tent. We waren vrij laat, dus op een gegeven moment waren daar nog slechts de Japanse serveerster, een nogal zelfingenomen stel bejaarde dames en wij zelf. De dames knoopten een gesprek aan met de serveerster, waarbij ze elk woord buitengewoon overdreven articuleerden, opdat het meisje het wel allemaal mee zou krijgen. Ik zal het overdreven articuleren aangeven met hoofdletters.

Vrouw 1: HOE LANG WOON JIJ AL IN NEDERLAND?
Serveerster: Al een jaar of vijf, mevrouw.
Vrouw 2: O, EN ZIT JE DAN OOK OP NEDERLANDSE LES?
Serveerster: Ja, mevrouw.
Vrouw 1: JIJ AL BEST GOED NEDERLANDS SPREKEN DOEN!
Serveerster: Dank u wel, mevrouw.

Het Japanse meisje draait zich om om terug te lopen naar de bar, waarna de dames, die duidelijk te kampen hebben met superioriteitgevoelens, het uitschateren! Het is het meisje pijnlijk duidelijk dat ze wordt uitgelachen. De vrouwen rollen bijna over de tafel: ´Het is dus écht zo dat die spleetogen altijd een l zeggen in plaats van de r!´

De serveerster komt terug.
Vrouw 2: DE VOLGENDE KEER DAT WIJ HIER WEER KOMEN DAN WIL JIJ ONS BEST KORTING GEVEN, HE? GEWOON DE HELFT ERAF!
Serveerster: Dat zal helaas niet gaan, mevrouw.
Vrouw 1: Ze heeft echt geen flauw idee wat je bedoelt, hoor!

Daarna barsten ze weer in lachen uit, waarna ze, gelukkig, het pand verlaten. Het meisje komt naar ons toe en wij vragen, met plaatsvervangende schaamte, de rekening.

woensdag 2 mei 2012

Doelen 2012 - april

Er is alweer een maand voorbij! Een maand zonder vakantie. Amper tijd om te werken aan deze doelen. Hoe staat het ermee?

1. Een lifter meenemen
Het enige doel waarvoor ik niks hoef te doen. Dat me moet komen aanwaaien. En het gebeurt niet! Maar over een week komt mijn nieuwe auto! Misschien was het tot nu toe zo dat lifters die mijn auto aan zagen komen snel in de bosjes sprongen, omdat ze dat wel héél ver vonden gaan! Vanaf volgende week staan ze er met tientallen tegelijk en mag ik gaan kiezen wie ik mee wil nemen! Ik heb deze maand wel een oud-leerling die met een zware tas aan het zeulen was een lift áángeboden, maar dat telt niet.

2. Afvallen tot onder de 90 kilo
Vorige maand een goed begin gemaakt, maar zonder vakanties is dit onhaalbaar. Werken op een middelbare school brengt een druk met zich mee die, door mij althans, niet te combineren is met gezond eten en ook nog eens veel sporten.

3. Vier doubleurs of minder halen in mijn mentorklas
Dit blijft de goede kant op gaan. Vorige maand zeven, nu zes. Nog twee minder en dit doel is gehaald. Na de vakantie begint mijn laatste offensief en begin ik met de mensen met slechte rapporten aan een streng inhaalprogramma om de cijfers op het laatste moment toch nog op het juiste peil te krijgen!

4. Minimaal 11.000 euro voor Roemenië verzamelen
Dit doel gaat fantastisch! Deze maand stond in het teken van de sponsorloop. Twee van onze leerlingen hebben zeer actief met basisschool ´t Smelleken in Valkenswaard samengewerkt om kinderen rondjes te laten lopen en zich daarvoor te laten sponsoren. Deze actie heeft meer dan VIERDUIZEND euro opgeleverd. De totaalstand is momenteel 10.100 euro! Over een week gaan we helpen bij een sponsorloop in samenwerking met Severinus in Eindhoven. Wellicht komen daarbij nog wat kleine acties, maar de 11.000 euro liggen binnen bereik.

5. Een serieuze stap verder zetten in het schrijven van toneel
Het toneelscript dat ik heb bewerkt is afgelopen week met veel succes uitgevoerd. Het doel voert echter een stapje verder. Van Stichting Muziektheater Nessarose heb ik inmiddels officieel de opdracht voor het script van Charlie binnen. In de zomer ga ik daaraan schrijven, zodat in september de repetities kunnen beginnen.

6. Tien sterren bij elkaar eten
Dit gaat ook als een trein. Nadat ik afgelopen maand heb gegeten bij ´t Amsterdammertje in Loenen aan de Vecht (wat écht een aanrader is), heb ik al vier sterren verzameld. Afspraken voor meer sterren staan echter al gepland. Dit moet makkelijk gaan lukken.

7. Tien meergangendiners maken voor minimaal vier personen met bijpassende wijnen
Afgelopen weekend heb ik geoefend voor het gastronomische diner voor Roemenië. Met twee koks weliswaar, maar toch telt deze generale repetitie mee. Ook met Pasen heb ik een mooi diner met de juiste wijnen gemaakt wat de stand voor dit doel op drie brengt.

8. Minimaal zes landen bezoeken waar ik nog nooit ben geweest
Morgen vertrek ik naar Hongarije. Dat wordt land één voor dit jaar.

9. Een zuivere tenor-C zingen
Deze maand heb ik vooral geoefend op één lied en intentie en niet op hoogte. Geen vorderingen dus.

10. Op tv komen