Vijf uur gaat de wekker, omdat we de Taj Mahal willen zien bij zonsopgang. Bij de juiste zon verkleurt het marmer namelijk, wat een prachtige weerschijn geeft. Zodra we buiten staan, zien we meteen dat onze opzet er vandaag niet inzit: dichte bewolking bekleedt de hele lucht en daarbij begint de zon al een beetje op te komen.
Met een serie tuk-tuks gaan we naar de westpoort, waar we tussen de apen en de papegaaien kaartjes kopen. Een voordeel van dit onmenselijke uur dat wel blijft staan, is dat er nog helemaal niemand is. We sluiten aan bij de metaaldetectoren voor de toegangscontrole. En dan gebeurt er iets verschrikkelijks! Voor ik dat vertel, is enige kennis nodig van het Duckie-Project.
Op initiatief van Villa des Roses reizen enkele badeendjes de hele wereld over om op de foto gezet te worden. Elise schrijft dan mooie verhalen bij die fotoverslagen. Uiteraard is één van de eendjes, de groene, in mijn bezit, en konden we hem al over de hele wereld bewonderen.
Een paranoïde soldaatje begint mij te fouilleren. Hij vindt mijn geld, mijn zonnebrandcrème en mijn camera. Allemaal geen probleem. Dan vindt hij het (plastic!) badeendje. Hij observeert het aandachtig, waarna hij vertwijfeld uitkraamt: 'Not ewauwd'. Ik probeer er nog tegenin te brengen: 'Why not, it's just a toy!' Hij denkt nog eens na en zegt in zijn beste Engels: 'Not ewauwd', waarna het eendje in de vuilnisbak belandt, tussen alle messen en ander wapentuig. Zo eindigt hier het verhaal van het groene eendje in India en wordt de Taj Mahal niet alleen een grafmonument voor de overleden vrouw van een ouwe koning, maar ook van een potentieel gevaarlijk stuk speelgoed. Vol onbegrip loop ik door naar de hoofdpoort.
Hoewel het tragische verlies in mijn achterhoofd blijft spoken, sta ik ineens vol bewondering voor de Taj Mahal. Wat een ongelooflijk prachtig bouwwerk! De camera blijft maar knippen, onder andere natuurlijk om zelf de bekende foto's te maken van de Taj die in de daarvoor gelegen vijvers spiegelt. Het volstrekt symmetrische marmeren monument, omgeven door vier torens, komt meteen tussen Chichen Itza en de Sagrada Familia in de topdrie van indrukwekkendse architectuur die ik ooit heb gezien.
Na het buitenwerk bezichtigd te hebben, willen we graag naar binnen. Om dat te mogen, moeten we eerst ontzettend vieze slofjes om onze schoenen heen schuiven, waarvoor we nog extra moeten betalen ook. Even later staan we in het hart van de Taj Mahal, bij het graf. Minder indrukwekkend dan de buitenkant, maar nog steeds ontzettend gaaf om te zien. Je zou bijna het eendje vergeten.
Terwijl we door een nieuwe soldaat worden begroet met een gigantische boer, verlaten we het complex en gaan we in de tuk-tuks terug naar het hotel voor een ontbijt. De rest van de dag neem ik wat rust om te lezen en te slapen.
's Avonds nemen we opnieuw de tuk-tuk en worden enkele keren bijna doodgereden door langsstuivend verkeer. Elke keer dat dat gebeurt, kijkt onze chauffeur schaterlachend om. We komen terecht bij het restaurant met de bijzondere naam Zorba The Buddha. Niet zo mooi als Marquis de Salade, maar toch interessant. We worden op een betonnen dakterras tussen de muggen gedeponeerd en moeten alweer verschrikkelijk lang wachten en mogen niet a la carte bestellen. Met zo'n half uur tussen de gangen, genieten we van allerlei heerlijkheden als de Lemony Lemon, de Crunchy Crunch en de Honey Bunny. De bedoeling was snel even iets te eten, maar tegen half twaalf kunnen we pas onze tuk-tukkers opzoeken om ons terug te laten brengen naar het hotel. Weer een ontzettend kort nachtje in het verschiet dus!
Met een serie tuk-tuks gaan we naar de westpoort, waar we tussen de apen en de papegaaien kaartjes kopen. Een voordeel van dit onmenselijke uur dat wel blijft staan, is dat er nog helemaal niemand is. We sluiten aan bij de metaaldetectoren voor de toegangscontrole. En dan gebeurt er iets verschrikkelijks! Voor ik dat vertel, is enige kennis nodig van het Duckie-Project.
Op initiatief van Villa des Roses reizen enkele badeendjes de hele wereld over om op de foto gezet te worden. Elise schrijft dan mooie verhalen bij die fotoverslagen. Uiteraard is één van de eendjes, de groene, in mijn bezit, en konden we hem al over de hele wereld bewonderen.
Een paranoïde soldaatje begint mij te fouilleren. Hij vindt mijn geld, mijn zonnebrandcrème en mijn camera. Allemaal geen probleem. Dan vindt hij het (plastic!) badeendje. Hij observeert het aandachtig, waarna hij vertwijfeld uitkraamt: 'Not ewauwd'. Ik probeer er nog tegenin te brengen: 'Why not, it's just a toy!' Hij denkt nog eens na en zegt in zijn beste Engels: 'Not ewauwd', waarna het eendje in de vuilnisbak belandt, tussen alle messen en ander wapentuig. Zo eindigt hier het verhaal van het groene eendje in India en wordt de Taj Mahal niet alleen een grafmonument voor de overleden vrouw van een ouwe koning, maar ook van een potentieel gevaarlijk stuk speelgoed. Vol onbegrip loop ik door naar de hoofdpoort.
Hoewel het tragische verlies in mijn achterhoofd blijft spoken, sta ik ineens vol bewondering voor de Taj Mahal. Wat een ongelooflijk prachtig bouwwerk! De camera blijft maar knippen, onder andere natuurlijk om zelf de bekende foto's te maken van de Taj die in de daarvoor gelegen vijvers spiegelt. Het volstrekt symmetrische marmeren monument, omgeven door vier torens, komt meteen tussen Chichen Itza en de Sagrada Familia in de topdrie van indrukwekkendse architectuur die ik ooit heb gezien.
Na het buitenwerk bezichtigd te hebben, willen we graag naar binnen. Om dat te mogen, moeten we eerst ontzettend vieze slofjes om onze schoenen heen schuiven, waarvoor we nog extra moeten betalen ook. Even later staan we in het hart van de Taj Mahal, bij het graf. Minder indrukwekkend dan de buitenkant, maar nog steeds ontzettend gaaf om te zien. Je zou bijna het eendje vergeten.
Terwijl we door een nieuwe soldaat worden begroet met een gigantische boer, verlaten we het complex en gaan we in de tuk-tuks terug naar het hotel voor een ontbijt. De rest van de dag neem ik wat rust om te lezen en te slapen.
's Avonds nemen we opnieuw de tuk-tuk en worden enkele keren bijna doodgereden door langsstuivend verkeer. Elke keer dat dat gebeurt, kijkt onze chauffeur schaterlachend om. We komen terecht bij het restaurant met de bijzondere naam Zorba The Buddha. Niet zo mooi als Marquis de Salade, maar toch interessant. We worden op een betonnen dakterras tussen de muggen gedeponeerd en moeten alweer verschrikkelijk lang wachten en mogen niet a la carte bestellen. Met zo'n half uur tussen de gangen, genieten we van allerlei heerlijkheden als de Lemony Lemon, de Crunchy Crunch en de Honey Bunny. De bedoeling was snel even iets te eten, maar tegen half twaalf kunnen we pas onze tuk-tukkers opzoeken om ons terug te laten brengen naar het hotel. Weer een ontzettend kort nachtje in het verschiet dus!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten