Met een nieuwe bus vertrekken we naar het Amber Fort, een enorm bouwwerk in de omgeving van Jaipur. Onderweg moeten we even stoppen om te betalen om een foto te mogen maken van een olifant. Zo barst het hele land ook van ´slangenbezweerders´ die geld vragen om met hun tandeloze cobra op de foto te mogen. Voor de vorm spelen ze op hun fluitje, maar de dove slangen bewegen niet eens op de muziek.
Ineens zien we het immense fort oprijzen vanaf een hoge berg. Onze bus mag niet verder, dus stappen we over in kleine jeeps die ons naar de ingang boven brengen. Door de smalle weggetjes hobbelen we soms traag, soms vol gas de berg op. We passeren diverse tempeltjes en een mooie grote, terwijl de chauffeur van de jeep van alles vertelt, bijvoorbeeld dat er in dit dorpje 365 tempels zijn: één voor elke dag. Ik ben echter de enige die hem verstaat, omdat ik voorin zit, zodat ik de rest van de dag regelmatig interessant kan doen door te doen alsof ik er heel veel vanaf weet.
We kopen ons kaartje en komen, nadat we enkele gebouwen bezichtigd hebben, in een doolhof terecht waarin iedereen elkaar kwijtraakt. Overal zijn kleine gangetjes en trapjes naar alle kanten, wat van de bezichtiging een soort spel maakt. Op een gegeven moment stuit ik met het groepje waar ik mee loop op een politieagent die ons rechtstreeks naar de uitgang wijst. Blijkbaar hebben we verloren en moeten we het strijdperk verlaten. We wurmen ons opnieuw langs slangenbezweerders en rotzooiverkopers om weer op het centrale plein uit te komen. Na nog wat foto´s genomen te hebben, nemen we de jeep terug naar beneden.
De bus dumpt ons op de terugweg bij een grote textielhandel, een truc die ik al eerder heb meegemaakt in Aziatische landen, en waaraan ik een enorme hekel heb. Ik ben sowieso al niet van de winkeltjes op vakantie (souvenirs zijn zoiets wat erbij zou horen, maar waar je thuis niemand echt blij mee maakt), maar dit soort ongevraagde, opgedrongen bezoekjes vind ik echt vreselijk. Zeker wanneer ze beginnen te roepen dat ´you don´t have to buy anything´, dan zit er altijd een addertje onder het gras.
Terug bij het hotel zien we op straat een Indische man die een tampon de lucht insteekt en zo wanhopig van winkeltje naar winkeltje loopt. Waarschijnlijk is hij daar voor een toerist naar op zoek en heeft hij zelf geen idee wat hij in zijn handen heeft. Het beeld is prachtig, maar ik durf geen foto´s te maken. ´s Middags wil ik eigenlijk naar Jantar Mantar, een oud sterrenkundig observatorium, bestaande uit allerlei grote bakstenen instrumenten om metingen te verrichten. Omdat er een of ander festival in de stad is, is het observatorium echter gesloten, waardoor het een ontspannen middag aan het zwembad wordt, waarbij ik af en toe even denk aan hoe het tamponnenman zou vergaan op het moment.
Om half zes stappen we opnieuw in jeeps om op bezoek te gaan bij een Indiaas gezin. De vrouw des huizes is uitgebreid voor ons aan het koken, terwijl wij in hun tuin een biertje nuttigen. Ik zie mijn kans schoon en duik met twee reisgenoten de keuken in. We krijgen een uitgebreide uitleg van alle gerechten die de vrouw aan het maken is en over de herkomst van alle spullen die gebruikt worden in de bereiding. We mogen het kruidenrek inspecteren, alles ruiken en proeven en zijn getuige van de bereiding van pakora´s, gefrituurde groenten in een deegjasje.
Na de rondleiding is het eten ook zo´n beetje klaar, dus gaan we terug bij de rest zitten om te genieten van de heerlijke hapjes. Tussendoor stuurt de gastheer om beurten zijn kinderen naar buiten met een boek om aan ons te laten horen hoe goed ze Engels kunnen lezen. Beschaamd nemen ze ons applaus in ontvangst.
Na het eten ontdekken we India op z´n best: we gaan naar de bioscoop voor een onvervalste Bollywood-film. We worden opnieuw door iedereen aangestaard als we de kitscherige foyer betreden en veel Indiërs willen met ons op de foto. Even later gaan we zitten in de zaal voor de ruim drie uur durende, niet-ondertitelde film Cocktail. Ik heb even een 'Y tu mama tambien'-deja vu, een film waarbij ik hardhandig werd wakker gemaakt omdat ik te hard snurkte. Dat blijkt echter volledig onterecht! Een Bollywoodfilm bezoeken is een feest! Niet vanwege de slappe film, die zelfs in het Indiaas prima te volgen is, maar vanwege het meeleven van de plaatselijke bevolking. Elke keer dat er een mooie vrouw in beeld komt, beginnen alle mannen massaal te fluiten. Dat geluid zwelt aan als een vrouw zich opmaakt. Opnames van dancefeesten ontaarden in mensen die in de zaal mee beginnen te doen. Voortdurend krijgen mensen telefoon en lopen ze de zaal uit om te gaan bellen. De vrouw die voor mij zit, gaat zelfs gewoon door de film heen zitten bellen ín de zaal. Het is een leuke avond, maar ik ben toch blij als we in de pauze vertrekken.
De terugrit naar het hotel is weer spectaculair. Niet alleen kraken mijn ribben van elke hobbel die genomen wordt, maar het begint, voor het eerst sinds we in India zijn, ook te regenen en onze jeep heeft geen ruitenwissers! Het zicht door de voorruit is voor mijn gevoel echt nul geworden. Ondertussen passeren we een omgevallen riksja, waarnaast de bestuurder in een plas bloed op straat blijft liggen. Wij overleven de rit en bereiken ons paleishotel, zodat we onze spullen kunnen inpakken voor de volgende dag: op naar Agra, de stad van de Taj Mahal!
Ineens zien we het immense fort oprijzen vanaf een hoge berg. Onze bus mag niet verder, dus stappen we over in kleine jeeps die ons naar de ingang boven brengen. Door de smalle weggetjes hobbelen we soms traag, soms vol gas de berg op. We passeren diverse tempeltjes en een mooie grote, terwijl de chauffeur van de jeep van alles vertelt, bijvoorbeeld dat er in dit dorpje 365 tempels zijn: één voor elke dag. Ik ben echter de enige die hem verstaat, omdat ik voorin zit, zodat ik de rest van de dag regelmatig interessant kan doen door te doen alsof ik er heel veel vanaf weet.
We kopen ons kaartje en komen, nadat we enkele gebouwen bezichtigd hebben, in een doolhof terecht waarin iedereen elkaar kwijtraakt. Overal zijn kleine gangetjes en trapjes naar alle kanten, wat van de bezichtiging een soort spel maakt. Op een gegeven moment stuit ik met het groepje waar ik mee loop op een politieagent die ons rechtstreeks naar de uitgang wijst. Blijkbaar hebben we verloren en moeten we het strijdperk verlaten. We wurmen ons opnieuw langs slangenbezweerders en rotzooiverkopers om weer op het centrale plein uit te komen. Na nog wat foto´s genomen te hebben, nemen we de jeep terug naar beneden.
De bus dumpt ons op de terugweg bij een grote textielhandel, een truc die ik al eerder heb meegemaakt in Aziatische landen, en waaraan ik een enorme hekel heb. Ik ben sowieso al niet van de winkeltjes op vakantie (souvenirs zijn zoiets wat erbij zou horen, maar waar je thuis niemand echt blij mee maakt), maar dit soort ongevraagde, opgedrongen bezoekjes vind ik echt vreselijk. Zeker wanneer ze beginnen te roepen dat ´you don´t have to buy anything´, dan zit er altijd een addertje onder het gras.
Terug bij het hotel zien we op straat een Indische man die een tampon de lucht insteekt en zo wanhopig van winkeltje naar winkeltje loopt. Waarschijnlijk is hij daar voor een toerist naar op zoek en heeft hij zelf geen idee wat hij in zijn handen heeft. Het beeld is prachtig, maar ik durf geen foto´s te maken. ´s Middags wil ik eigenlijk naar Jantar Mantar, een oud sterrenkundig observatorium, bestaande uit allerlei grote bakstenen instrumenten om metingen te verrichten. Omdat er een of ander festival in de stad is, is het observatorium echter gesloten, waardoor het een ontspannen middag aan het zwembad wordt, waarbij ik af en toe even denk aan hoe het tamponnenman zou vergaan op het moment.
Om half zes stappen we opnieuw in jeeps om op bezoek te gaan bij een Indiaas gezin. De vrouw des huizes is uitgebreid voor ons aan het koken, terwijl wij in hun tuin een biertje nuttigen. Ik zie mijn kans schoon en duik met twee reisgenoten de keuken in. We krijgen een uitgebreide uitleg van alle gerechten die de vrouw aan het maken is en over de herkomst van alle spullen die gebruikt worden in de bereiding. We mogen het kruidenrek inspecteren, alles ruiken en proeven en zijn getuige van de bereiding van pakora´s, gefrituurde groenten in een deegjasje.
Na de rondleiding is het eten ook zo´n beetje klaar, dus gaan we terug bij de rest zitten om te genieten van de heerlijke hapjes. Tussendoor stuurt de gastheer om beurten zijn kinderen naar buiten met een boek om aan ons te laten horen hoe goed ze Engels kunnen lezen. Beschaamd nemen ze ons applaus in ontvangst.
Na het eten ontdekken we India op z´n best: we gaan naar de bioscoop voor een onvervalste Bollywood-film. We worden opnieuw door iedereen aangestaard als we de kitscherige foyer betreden en veel Indiërs willen met ons op de foto. Even later gaan we zitten in de zaal voor de ruim drie uur durende, niet-ondertitelde film Cocktail. Ik heb even een 'Y tu mama tambien'-deja vu, een film waarbij ik hardhandig werd wakker gemaakt omdat ik te hard snurkte. Dat blijkt echter volledig onterecht! Een Bollywoodfilm bezoeken is een feest! Niet vanwege de slappe film, die zelfs in het Indiaas prima te volgen is, maar vanwege het meeleven van de plaatselijke bevolking. Elke keer dat er een mooie vrouw in beeld komt, beginnen alle mannen massaal te fluiten. Dat geluid zwelt aan als een vrouw zich opmaakt. Opnames van dancefeesten ontaarden in mensen die in de zaal mee beginnen te doen. Voortdurend krijgen mensen telefoon en lopen ze de zaal uit om te gaan bellen. De vrouw die voor mij zit, gaat zelfs gewoon door de film heen zitten bellen ín de zaal. Het is een leuke avond, maar ik ben toch blij als we in de pauze vertrekken.
De terugrit naar het hotel is weer spectaculair. Niet alleen kraken mijn ribben van elke hobbel die genomen wordt, maar het begint, voor het eerst sinds we in India zijn, ook te regenen en onze jeep heeft geen ruitenwissers! Het zicht door de voorruit is voor mijn gevoel echt nul geworden. Ondertussen passeren we een omgevallen riksja, waarnaast de bestuurder in een plas bloed op straat blijft liggen. Wij overleven de rit en bereiken ons paleishotel, zodat we onze spullen kunnen inpakken voor de volgende dag: op naar Agra, de stad van de Taj Mahal!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten